Over ons
Parallel aan de celtherapeutica hebben we ook verschillende microRNA's geïdentificeerd die kunnen worden gebruikt als een direct therapeutisch middel nadat myocardiale schade is opgetreden. Onder hen miR-100 (Circulation 2011) en miR-214 voor angiogenese (CardioVascRes 2012) en miR-25 voor hartfalen (Nature 2014). Dit gebeurde in nauwe samenwerking met Domian (Harvard), Sussman (San Diego State University), Mercola (Sanford Burnham Medical Research Institute), Xiao (Shanghai University, China) en Christman (University of California, San Diego).
​
Hoewel veelbelovend, hebben deze krachtige nieuwe doelen slimme leveringsstrategieën nodig om systemische bijwerkingen te voorkomen; dit bracht me er direct toe om het BMM-LUST-programma te starten dat nanomedicijnen gebruikt voor gerichte toediening. BMM-LUST maakte gebruik van leveringsroutes op basis van polymeren; de volgende sprong in gerichte bezorging ligt volgens mij in een natuurlijk draagsysteem.
​
In dit stadium worden deze op polymeren gebaseerde leveringsroutes gemakkelijk overtroffen door het natuurlijke dragersysteem dat biologische stoffen tussen cellen transporteert, exosomen genoemd. Ik heb daarom het ERC-EVICARE-programma voorgesteld om mijn expertise in cardiale celtherapie, microRNA-therapeutica en het gebruik van onze nieuw ontwikkelde matrices voor lokale toediening te combineren. Mijn enthousiasme voor het introduceren van innovatieve moleculaire benaderingen en nieuwe therapeutische strategieën, en mijn brede ervaring in progenitorcelbiologie en preklinische diermodeltesten voor hartletsel zullen ervoor zorgen dat dit onderzoek snel kan gaan van basisontdekkingen naar preklinische testen in patiëntrelevante diermodellen.
In onze onderzoeksgroep richten we ons op het stimuleren van cardiale regeneratie, waarbij we benaderingen gebruiken die kunnen leiden tot een verbeterd herstel van hartweefsel na letsel en een betere diagnose van acute myocardschade.
​
In de afgelopen jaren hebben we miRNA's geïdentificeerd die de specificaties van de cellijn kunnen verbeteren en hoe we de transplantatie van progenitorcellen kunnen verbeteren, met name door lokale levering en celretentie te verbeteren. Dit gebeurde in nauwe samenwerking met Domian (Harvard), Sussman (San Diego State University) en Mercola (Sanford Burnham Medical Research Institute).
​
Mijn groep verbeterde de celafgifte aan het myocard aanzienlijk, waaruit we ook beseften dat de meeste geïnjecteerde celwerking te wijten was aan de mogelijke paracriene werking. Mijn groep is daarom begonnen met het bestuderen van het gebruik van uitgescheiden exosomen door deze cellen als een nieuwe benadering om hartherstel te induceren en heeft als doel een potentiële kant-en-klare therapie te creëren.